a. het vonnis in de zaken C/09/477160 HA ZA 15-1, C/09/477162 HA ZA 15-2 en C/09/481619 HA ZA 15-112 van de rechtbank Den Haag van 20 april 2016;
b. de arresten in de zaak 200,197,079/01 van het gerechtshof Den Haag van 25 september 2018, 18 december 2018 en 18 februari 2020.
De Russische Federatie heeft cassatieberoep ingesteld tegen de arresten van het hof van 25 september 2018 en 18 februari 2020. Voorts heeft de Russische Federatie op de voet van art. 1066 Rv een verzoekschrift bij de Hoge Raad ingediend strekkende onder meer tot schorsing en voorlopige schorsing van de tenuitvoerlegging van de arbitrale beslissingen. HVY heeft tegen dat verzoek een verweerschrift ingediend en daarin geconcludeerd dat de Hoge Raad onbevoegd is kennis te nemen van de verzoeken van de Russische Federatie, althans dat de Russische Federatie niet-ontvankelijk is in haar verzoeken. De Russische Federatie heeft in het bevoegdheidsincident verweer gevoerd. HVY heeft de zaak schríftelijk bepleit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt ertoe dat de Hoge Raad zich bevoegd zal verklaren kennis te nemen van het verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de onderhavige arbitrale beslissingen, alsmede tot het verzoek tot voorlopige schorsing van de tenuitvoerlegging van de onderhavige arbitrale beslissingen.
De advocaat van HVY heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
(i) HVY zijn, althans waren, aandeelhouder in Yukos Oil Company (hierna: Yukos).
(ii) In 2004 hebben VPL, YUL en Hulley ieder afzonderlijk een arbitrageprocedure aanhangig gemaakt tegen de Russische Federatie. De plaats van arbitrage was Den Haag. HVY hebben in die arbitrageprocedure - kort gezegd - gesteld dat de Russische Federatie hun investeringen in Yukos heeft onteigend en heeft nagelaten deze investeringen te beschermen, en gevorderd dat de Russische Federatie veroordeeld wordt tot betaling van schadevergoeding.
(iii) Na drie afzonderlijke Interim Awards heeft het scheidsgerecht in drie afzonderlijke Final Awards (van 18 juli 2014) de Russische Federatie onder meer veroordeeld om een schadevergoeding te betalen van USD 8,203,032,751,-- aan VPL, van USD 1,846,000,687,-- aan YUL en van USD 39,971,834,360,-- aan Hulley. De Interim Awards en de Final Awards worden hierna gezamenlijk aangeduid als de Yukos Awards.
(iv) De Russische Federatie heeft op de voet van art. 1064 lid 2 (oud) Rv bij de rechtbank vernietiging gevorderd van de Yukos Awards. De rechtbank heeft de Yukos Awards vernietigd wegens het ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst.1 Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van de Russische Federatie tot vernietiging van de Yukos Awards afgewezen.2 De Russische Federatie heeft cassatieberoep ingesteld tegen de arresten van het hof.3 Op dit beroep is nog niet beslist.
- primair om (i) HVY te bevelen alle lopende en toekomstige tenuitvoerleggingsmaatregelen met betrekking tot de Yukos Awards te schorsen totdat de Hoge Raad een beslissing zal hebben gegeven op het schorsingsverzoek op de voet van art. 1066 (oud) Rv (tenzij HVY zich tot een dergelijke voorlopige schorsing zullen hebben verbonden), en (ii) de tenuitvoerlegging van de Yukos Awards te schorsen totdat over de vordering tot vernietiging onherroepelijk is beslist; en
- subsidiair om, indien het schorsingsverzoek mocht worden afgewezen, HVY te bevelen op grond van art. 1066 lid 5 (oud) Rv zekerheid te stellen.
1. De vordering tot vernietiging schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis niet.
2. De rechter die omtrent de vernietiging oordeelt, kan echter, indien daartoe gronden zijn, op verzoek van de meest gerede partij, de tenuitvoerlegging schorsen totdat over de vordering tot vernietiging onherroepelijk is beslist.
3. Het verzoek tot schorsing wordt door de griffier van de rechtbank ten spoedigste aan de wederpartij in afschrift toegezonden.
4. De rechter beslist niet op het verzoek dan nadat de wederpartij in de gelegenheid is gesteld, zich daarover uit te laten.
5. Bij toewijzing van het verzoek kan de rechter bepalen dat door de verzoeker zekerheid wordt gesteld. Bij afwijzing van het verzoek kan de rechter bepalen dat de wederpartij zekerheid stelt.
6. Ingeval van schorsing van de tenuitvoerlegging kan de meest gerede partij de rechter verzoeken, de schorsing op te heffen. Het derde tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
De parlementaire geschiedenis behelst geen aanwijzing dat het de bedoeling van de wetgever is geweest de Hoge Raad uit te sluiten van de bevoegdheid om kennis te nemen van een op art. 1066 lid 2 (oud) Rv gegrond verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis dat voorwerp is van een vernietigingsprocedure die in cassatie aanhangig is.
in het bevoegdheidsincident:
verklaart zich bevoegd kennis te nemen van de op art. 1066 lid 2 en lid 5 (oud) Rv gegronde verzoeken van de Russische Federatie;
in het onder 2.3 vermelde verzoek:
- bepaalt dat HVY tot uiterlijk vrijdag 9 oktober 2020 om 16:00 uur de gelegenheid hebben bij verweerschrift te reageren op deze verzoeken;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter, vicepresident G. de Groot en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, V. van den Brink en H. M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 25 september 2020.
Get access to the most extensive & reliable source of information in arbitration
REQUEST A FREE TRIALAlready registered ?