DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE en DE REGERING VAN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, enerzijds, en DE REGERING VAN DE VOLKSREPUBLIEK POLEN, anderzijds,
VERLANGENDE hun economische samenwerking te versterken door het scheppen van gunstige voorwaarden voor de verwezenlijking van investeringen door investeerders van een der Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij,
OVERWEGENDE dat een dergelijke Overeenkomst een gunstige invloed kan uitoefenen op het verbeteren van zakencontacten en het versterken van het vertrouwen op het gebied van investeringen,
ZUN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT :
Artikel 3
Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt zich ertoe op haar grondgebied een billijke en rechtvaardige behandeling ten aanzien van investeringen verricht door investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij te verzekeren, hetgeen elke onverantwoorde of discriminatoire maatregel uitsluit die het beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de liquidatie van die investeringen zou kunnen belemmeren.
Niettemin strekken de in lid 1 en 2 bedoelde behandeling en bescherming zich niet uit tot de voorrechten die een Overeenkomstsluitende Partij aan investeerders van een derde Staat kan toekennen op grond van haar lidmaatschap van of associatie met een economische unie, een douane-unie, een gemeenschappelijke markt, een vrijhandelszone, een regionale economische organisatie van internationale aard of een organisatie voor onderlinge economische bijstand.
Artikel 4
Investeringen die door investeerders van een der Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij worden verricht kunnen enkel onteigend worden of aan andere gelijkaardige rechtstreekse of onrechtstreekse eigendomberovende maatregelen onderworpen worden indien de volgende voorwaarden vervuld zijn :
ze gaan gepaard met bepalingen die in de betaling van een schadeloosstelling voorzien waarvan het bedrag moet overeenstemmen met de reële waarde van de betrokken investeringen op de dag voor de datum waarop de maatregelen werden getroffen of bekendgemaakt. Die schadeloosstelling zal aan de investeerders worden betaald in omwisselbare munt, zonder uitstel gestort en vrijelijk getransfereerd worden.
De investeerders van elke Overeenkomstsluitende Partij waarvan de investeringen schade zouden lijden naar aanleiding van een oorlog of een ander gewapend conflict, van een nationale noodtoestand, onlusten of oproer die op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij voorkomen, genieten vanwege deze laatste een behandeling die niet discriminatoir en ten minste gelijk is aan die welke aan investeerders van de meest begunstigde natie wordt verleend wat de teruggaven, vergoedingen, compensaties en andere schadeloosstellingen betreft. De in overeenstemming met dit lid verschuldigde schadeloosstelling zal overeenkomstig de bepalingen van lid 1, c). worden betaald.
Artikel 6
Indien vergoedingen aan een investeerder van een der Overeenkomstsluitende Partijen worden betaald krachtens een wettelijke of contractuele verzekering van investeringen tegen niet-commerciële risico's, erkent de andere Overeenkomstsluitende Partij de subrogatie van de verzekeraar in de rechten van de schadeloosgestelde investeerder voor zover het evenredig bedrag van het risico werkelijk door de verzekering is gedekt en aan de investeerder is betaald.
Overeenkomstig de verzekering die de betrokken investering werd verleend is de verzekeraar gerechtigd alle rechten uit te oefenen die de investeerder zou hebben kunnen uitoefenen indien de verzekeraar hem niet, door middel van subrogatie, had vervangen. Deze subrogatie is afhankelijk van de betaling van de belastingen en taksen die de investeerder wettelijk verschuldigd is.
Artikel 7
De investeerders van een Overeenkomstsluitende Partij mogen bijzondere verbintenissen met de andere Overeenkomstsluitende Partij aangaan voor zover de bepalingen ervan niet strijdig zijn met deze Overeenkomst. Investeringen die krachtens dergelijke bijzondere verbintenissen worden verricht zijn, voor het overige, onderworpen aan de bepalingen van deze Overeenkomst.
Artikel 8
Het genoemde gerecht wordt samengesteld als volgt : elke Overeenkomstsluitende Partij benoemt een scheidsrechteren de twee scheidsrechters samen wijzen als voorzitter van het gerecht een derde scheidsrechter aan die onderdaan van een derde Staat is. De scheidsrechters dienen binnen een termijn van twee maanden benoemd te worden, de voorzitter binnen een termijn van vijf maanden, vanaf de datum waarop een der Overeenkomstsluitende Partijen aan de andere Overeenkomstsluitende Partij haar voornemen heeft medegedeeld het geschil aan een scheidsgerecht voor te leggen.
Artikel 9
a) De geschillen tussen een van de Overeenkomstsluitende Partijen en een investeerder van de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn het voorwerp van een schriftelijke kennisgeving die gezegde investeerder samen met een gedetailleerd memorandum aan de betrokken Overeenkomstsluitende Partij doet toekomen. b) In deze Overeenkomst omvat de term « geschillen » de conflicten inzake onteigening, nationalisatie of alle andere gelijkaardige maatregelen met betrekking tot investeringen, en meer bepaald de overmaking van een investering naar staatseigendom, de onderwerping ervan aan openbaar toezicht alsook elke andere ontzegging of beperking van rechten door soevereine maatregelen die vergelijkbare gevolgen als de onteigening zouden hebben. c) Deze geschillen worden naar mogelijk tussen beide betrokken partijen in onderlinge verstandhouding geregeld.
Indien het geschil niet geregeld kan worden binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van de schriftelijke kennisgeving als bedoeld in lid 1, wordt het ter arbitrage aan een van de hieronder vermelde organen voorgelegd, naar keuze van de investeerder :
het Internationaal Centrum voor Regeling van Investeringsgeschillen (I.C.R.I.), opgericht door het Verdrag aangaande de beslechting van investeringsgeschillen tussen Staten en onderdanen van andere Staten », opengesteld voor ondertekening te Washington op 18 maart 1965, wanneer elke Staat, die partij is bij deze Overeenkomst, lid is van het Verdrag;
een ad-hoc scheidsgerecht opgericht volgens de regels van de Conferentie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht of de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties; in dit geval is de bevoegde overheid voor de aanwijzing van een of meer scheidsrechters, naar keuze van de investeerder, de Secretaris-Generaal van de Organisatie der Verenigde Naties of de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.
Indien de arbitrageprocedure op verzoek van een Overeenkomstsluitende Partij wordt ingediend, verzoekt die Partij de betrokken investeerder schriftelijk om het arbitrageorgaan uit te kiezen waaraan het geschil voorgelegd zal worden.
Ingeval de investeerder zijn keus niet laat weten binnen een termijn van één maand vanaf de datum van ontvangst van het verzoek, dient de Overeenkomstsluitende Partij haar arbitrageverzoek in bij het door haar verkozen orgaan.
Geen Overeenkomstsluitende Partij, partij bij een geschil, mag in welk Stadium ook van de arbitrageprocedure of van de uitvoering van een arbitragevonnis, een opwerping maken wegens het feit dat de investeerder, tegenpartij bij het geschil, een vergoeding ter uitvoering vaneen verzekeringspolis of van de in artikel 6 voorziene waarborg zou hebben ontvangen die het geheel of een gedeelte van zijn schade dekt.
Artikel 10
Deze Overeenkomst treedt in werking een maand na de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen hun akten van bekrachtiging hebben uitgewisseld.
Ze blijft van kracht gedurende een termijn van tien jaar. Tenzij een der Overeenkomstsluitende Partijen ze ten minste zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidstermijn opzegt, wordt ze telkens stilzwijgend hernieuwd voor een verdere termijn van tien jaar; elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich evenwel het recht voor ze bij kennisgeving op te zeggen ten minste twaalf maanden voor de datum waarop de lopende geldigheidstermijn verstrijkt.
TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Warschau op 19 mei 1987. ln drie oorspronkelijke exemplaren in de Nederlandse, de Franse en de Poolse taal, zijnde elke tekst gelijkelijk rechtsgeldig.
Déjà enregistré ?